Doorgaan naar hoofdcontent

De Wet Langdradige Zorg


Vol spanning kijk ik naar mijn scherm, waar het nummer van het CIZ in beeld staat. Doorgaans sla ik al mijn nummers die mij bellen, op. Of ik ze nou graag als mijn vrienden wil, of niet. Zo wordt ik tenminste nooit overvallen door onverwachte telefoontjes. En daar pluk ik nu de vruchten van. Het CIZ. Dat moet wel over de aanvraag gaan, die we deze zomer hadden ingediend. De spanning loopt een beetje op zo met die telefoon in mijn hand en die letters in beeld. Ben ik hier klaar voor? Hoe laat is het? Zal ik opnemen? Dit is het moment van de waarheid…
Ik schraap mijn keel, roep even héél hard door de ruimte “MET LINDA SUURMOND”, om zeker te weten dat mijn stem het doet en neem vervolgens op met een geheel zelfbewuste en rustige toon. Dat ging alvast goed.

Een vrouw die klinkt alsof ze levensmoe is, checkt of ze de juiste persoon aan de lijn heeft, terwijl ik braaf antwoord geef op alle vragen. Ik snap het. Het lijkt me vreselijk om daar te moeten werken. Eventjes schiet er door mijn hoofd dat die stem zonder levenslust vast voortkomt uit het feit dat zij op de afdeling ‘slecht-nieuws-gesprekken’ werkt. Ah nee hé… zou dat?
Maar de vrouw draait op geheel monotone wijze haar ingestudeerde standaard zinnetjes tegen me af, waarop ze vervolgens meldt: “Dus daarmee kan ik u vertellen dat uw zoontje…” de spanning stijgt, ik druk mijn bril recht op mijn neus, haal diep adem en voel dat het komen gaat… “…. In aanmerking komt voor een indicatie bij de WLZ”. Ik slaak een zucht van opluchting. Er valt letterlijk een last van me af en ik kan wel juichen. En ach, ik meld het de vrouw ook meteen maar. Oh ik kan u wel zoenen, jubel ik. Meteen neem ik weer pas op de plaats. Ik gedraag me weer eens als een veel te blij ei.
Ze lacht wat flauwtjes, maar het maakt me niet uit. MIJN ZOON MAG NAAR DE WLZ!!!!!

Groot geloof
Waarom ik daar zo blij van wordt zul je je misschien afvragen. Nou, als er iets is waar je je kind NIET hebben wilt, dan is dat in de Wet Langdurige Zorg. De WLZ dus. Want dat betekent dat je een kind hebt waar zijn leven lang, 24/7 boven gebruikelijke zorg en toezicht voor nodig is, of in elk geval voorlopig en heel lang. Dat wil je niet. Tenzij je in die categorie valt. Dan wil je dat héél graag. :)

In principe wisten wij al dat dit het geval ging zijn toen hij amper 3 maanden oud was. Maar daar was nog niet iedereen in Meppel het over eens. Ondanks de diagnose “Williams-Beuren-Syndroom” ofwel: “Gehandicapt voor altijd”, bleef de gemeente Meppel hoop houden.
Na ieder half jaar, wanneer het contract voor de zorg bijna op zijn eind liep, stond er weer een mevrouw van de gemeente op de stoep. Ik verwelkomde haar in mijn huis, we dronken een kop thee, en ik herhaalde de diagnose nog maar eens. De vragen of hij al beter was, bleven echter komen. “Maar we hebben er nu toch geld in gegooid? Dan moet het poppetje toch gaan dansen?’ Was meermaals de boodschap. Ik heb me herhaaldelijk afgevraagd of ík nou gek was, of zij.

“Nee mevrouw, de laatste keer dat ik hem checkte was hij nog steeds gehandicapt. En de ontbrekende stukjes gen zijn ook nog steeds niet aangegroeid. Alle inspanningen ten spijt.”


Die hele gemeente had meer geloof dan heel christelijk Nederland bij elkaar!  
Dus de brief waar de diagnose in beschreven stond, schoof ik haar maar weer eens onder de neus en ze was weer even overtuigd. Voor zes maanden.  

Moe
Je kunt je misschien voorstellen hoe moe je daar van wordt. Ik wilde helemaal niet keer op keer vertellen hoe ontzettend traag hij ontwikkelt, of dat hij gedragsmatig zo enorm uit de toon valt. Ik had nou juist mijn focus eindelijk verplaatst van de handicap, naar mijn zoon zodat ik dat hele rouwproces door zou komen, wat al een hele kluif was op zichzelf. Maar dankzij de gemeente moet ik blijven kijken en benadrukken wat zijn tekortkomingen zijn. Pijnlijke gesprekken, keer op keer. Alsof ik niet serieus genomen wordt. Alsof ik het moet aandikken, verdedigen dat hij gehandicapt is en aantonen waaruit dat dan allemaal wel niet blijkt. Alsof ik de boel loop te bedriegen waar ze bij staan en dat ze me nauwlettend in de gaten zitten te houden en hun moment afwachtten totdat ik door de mand ging vallen. Zodat ze konden zeggen: ‘HA! Got ya!’

Niets gaat vanzelf en alles is moeizaam.
Om nog maar te zwijgen over de herhaaldelijk verkeerde info, contracten, contactpersonen, mailtjes, telefoontjes, miscommunicatie en de niet synchroon-lopende lijntjes met de SVB. Kortom: de bureaucratie. Een hel.
Ik heb wel eens geroepen dat ik nog een PGB nodig heb voor het regelen van het PGB. Als ik al die uren eens uitbetaald had gekregen, was ik nu Dagobert Duck.

Erkenning
Echter. De WLZ (Wet Langdurige Zorg) doet dit soort onderzoeken slechts eenmaal. Wel grondig, dat dan weer wel. Het blijft Nederland. Maar wel één keer en daarna niet weer. Dan laten ze jou en je kind met rust, zodat je toe komt aan de dingen waar je aandacht tijd en energie ook echt naartoe hóórt te gaan. Ben je binnen? Dan krijg je een contract voor onbepaalde tijd. Ze trekken de diagnose niet in twijfel en ze doen alleen wat noodzakelijk is voor goede zorg. (Tenminste, voor zover ik me heb laten informeren. Het avontuur mag nog beginnen).
Je kunt begrijpen dat dit een enorme rust geeft. En erkenning. Ik hoef ze niet meer te overtuigen, me niet meer te verdedigen. En ik krijg gewoon zorg. Punt.

En dat was precies wat het telefoontje zo magisch maakte. Dat ik die vrouw wel kon zoenen. Er viel een loodzware last van mijn schouders af, BAM op de grond. En ik ben er lekker bij weggelopen.

Eindelijk de focus op de juiste dingen. Namelijk: Jesse.



Reacties

  1. gefeliciteerd Linda, fijn dat het rond is.
    Hopelijk veranderen de regels niet zo snel.
    Ik herken de trektocht door zorgland, en het gevoel dat je je moet bewijzen. hersenletsel gaat ook nooit over, maar dan wer het zorgkantoor, dan weer het uwv wil kijken of het toch niet verbeterd is, zucht... heb nu gelukkig rust. nu de juiste begeleiding nog vinden, die echt om je kind geeft. geniet maar zoveel je kunt. dikke zoen, Hannie

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Ik vind het leuk als je een reactie achterlaat.

Populaire posts van deze blog

Wat is Williams- Beuren Syndroom?

Er zijn veel mensen die vragen wat Jesse nou heeft, en waar je aan merkt dat hij gehandicapt is. Hier en daar heb ik het wel eens tussen de regels van m'n blogs door genoemd, alleen heb ik er nooit echt aandacht aan besteed. Daarom schrijf ik nu deze blog, met daarin de aandachtspunten waar wij specifiek tegenaan lopen met Jesse, zodat je een beetje een beter beeld kunt vormen van wat het (voor ons) inhoudt. Het is namelijk ook per williams kind nog heel verschillend hoe de dingen zich uiten. Hartafwijking Op 05-08-2013 is ons zoontje Jesse geboren. Jesse heeft ook nog een ouder zusje; Sarah , van 22-11-11 . Nadat Jesse geboren is heeft hij héél erg véél gehuild. We zijn met hem naar het ziekenhuis gegaan omdat we ervan overtuigd waren dat er iets met hem moest zijn. We hoorden namelijk zelfs zijn hartje kloppen, net zo hard als zijn ademhaling. Toen hij 10 weken oud was, is hij inderdaad in het UMCG beland, met een zeer ernstige hartafwijking. Zijn hart en zijn longslagaders

Overstuur Overspannen Overmacht ... Het houdt niet over.

  Ik rommel in mijn portemonnee om te zoeken naar kleingeld, terwijl ik Jesse bij zijn capuchon vasthoud. Warempel, ik vis nog een paar muntjes uit een vakje. Precies genoeg voor het lawaai apparaat. Samen met hem loop ik naar de kassa, waar ik hem de kleverige centjes laat overhandigen. Zij wisselt ze om voor een 0,50 eurocent en Jesse rent al met zijn lange benen naar het autootje. Zijn fijne motoriek is duidelijk geoefend op school, want het neemt maar twee pogingen in beslag voor het muntje door de gleuf valt. Ik juich voor hem. Hij glundert. Maar nog voor hij het beseffen kan, begint het lawaai autootje te bewegen. Ik lach en hijs hem in het zitje. Zijn gespannen bekkie spreekt boekdelen. Gemengde gevoelens van spanning en vreugde wisselen elkaar af in milliseconden, maar gelukkig overheerst de vreugde. Na een halve minuut kijk ik in een stralende grijns, zoals ik hem ken. Jesse ten voeten uit. Hoe ziet hij mij? Tijdens het wachten film ik zijn reactie tijdens het ritje. Hij bele

The great escape

Aan het geschuifel kan ik horen wie er aan komt. En door het slepende geluid van de kruk weet ik het zeker. Het is mijn overbuurvrouw op plekje 36 van ons veldje. Hijgend hoor ik haar nog op de gang, even een pauze nemend en ik bedenk me geen seconde. Ik grijp mijn spullen en schiet een hokje in waar je een privé wastafel hebt. Net op tijd, want op de gang komt mevrouw-lang-van-draad alweer in beweging. Een kuch en een roggel en ze is er. Ze neemt plaats in het enige overgebleven hokje naast mij, zoals ze dat altijd doet. Maar deze keer zonder mij tegen te komen. Ik zucht voorzichtig. Waarom ben ik zo ontwijkend? Ik kijk mezelf aan in de spiegel. Meestal ben ik juist sociaal en vind ik een praatje maken juist wel leuk. Vooral wanneer ik zie dat het een ander goed doet. Maar deze vrouw heeft problemen. Teveel problemen. Ik wil het even niet meer horen. En ik wil niet nog meer tijd van mijn vakantie weggeven aan een ander. Ik loop zelf al over en kan nog maar net mijn eigen hoofd boven w