Doorgaan naar hoofdcontent

De klap

Opeens lag het daar, op tafel. Niemand kon er omheen. Dat wat ooit wel eens door mijn hoofd gespookt had en me nachtmerries bezorgde, lag nu opeens hardop uitgesproken in het midden. De schok was groot. Het bracht een aardbeving teweeg die alles deed schudden. Die vrouw moest wel geschift zijn om zoiets te zeggen! Hoe haalde ze het in haar hoofd! Ze weet niet waar ze het over heeft, troost ik mezelf. Langzaam breng ik mijn blik terug naar haar… ze glimlacht voorzichtig. “Had je er zelf al wel eens over nagedacht?” vraagt ze. Mijn keel knijpt dicht. Ik kan geen woord uitbrengen. Maar eigenlijk wil ik schreeuwen. “JA NATUURLIJK WEL! Maar ik WIL dit NIET!!! En ZEKER NIET NU!!” Ik besluit het gewoon te zeggen. Maar dan zonder het schreeuwen. Ik hoor mezelf de woorden piepend uit mijn keel persen. Ik klink zwak. Gebroken. En zo voel ik me ook. Aan de vrouw kan ik zien dat zij ook is aangedaan. Ze knikt weer langzaam. “Dat begrijp ik” zegt ze voor ze verder gaat. “Maar de zorgvraag is inmiddels zo groot geworden, dat hij op den duur niet meer te dragen is voor jullie. En het is ook belangrijk om te denken aan jullie dochter, waar je nu ook de hulp voor aanvraagt… Het gaat nu al niet goed. Hoe is dat over een x aantal jaar?” Het blijft even stil. Het mes in mijn hart draait zich om. Ik bloedt aan alle kanten. Ik kan geen keuze maken die aan iedereen recht doet. De boodschap van de vrouw dringt langzaam tot me door. Ze wil me vertellen dat de situatie van harmonie in ons gezin, waarbij iedereen floreert, onmogelijk is met een gehandicapt kind. Of je kiest voor de één en daarmee tegen de ander. Of je kiest voor de ander en daarmee tegen de ene. Er bestaat geen volmaakte oplossing zoals ik die wilde aanvragen. We waren op zoek naar hulp. We vroegen om een hulpverlener die dat zou kunnen; ons allemaal op de juiste plek krijgen zodat we gelukkig kunnen worden. Maar na mijn lange verhaal, hielp ze mij uit de droom.

“Maar niemand kan voor hem zorgen zoals ik.” De brok in mijn keel zwelt alweer op terwijl ik dat zeg. Ik denk terug aan gisteravond, toen ik hem naar bed bracht. Even ‘haar’ even ‘kriebelen’ even ‘knuffelen’… Ons hele ritueel. Ik ben er inmiddels zo aan gewend hoe het gaat. Ik weet precies waar hij van geniet en wat ik moet vermijden. Ik denk aan zijn friemel vingertjes die stiekem het elastiekje weer uit mijn haar ontfutselen, zodat er meer te ruiken en te voelen valt. Ondanks dat het niet mocht. Zijn ondeugende oogjes die me twinkelend aankijken en boekdelen spreken. “Leuk hé mama? Dat mag wel hé, mama? Vind je niet erg hé,…?” Iets wat zijn juf nooit goed vindt. Geen polonaise aan haar lijf. Zouden andere mensen wel net zo goed voor hem kunnen zorgen? Zouden ze zelfs, al is het een klein beetje maar, van hem kunnen gaan houden?
In gedachte lig ik naast hem en voel zijn gladde beentjes. Was het toevallig, dat ik gister nog dacht aan de gedachte dat daar ooit puberhaar op zal groeien? En dat ik me toen afvroeg hoelang ik dit nog met hem kon blijven doen…? En hoe ze hier mee om zouden gaan op een woongroep… Ik word me bewust van de gedachtes die ik er in stilte blijkbaar al wel meer dan eens aan geweid had. Al heel lang. Maar onbewust. Ik weet nu dat ik wel eens nadacht over de dag dat hij misschien niet meer thuis zou wonen en hoe dat dan zou gaan, later, als hij de leeftijd had om uit huis te gaan. Ver weg. In de toekomst. Ergens.

En nu lag het op tafel. De vrouw had de woorden die soms waaiden in mijn hoofd, en die de wind ook altijd weer meenam, nu gevangen en neergelegd. Voor iedereen hoorbaar en voor iedereen zichtbaar. ‘Of we er al eens aan gedacht hadden om hem uit huis te plaatsen’.
De schok die door me heen gaat is zo groot. Alsof ze me glimlachend vraagt: “Wil je liever je linkerbeen of je rechterbeen amputeren?” Hier kan ik toch nooit tussen kiezen?! Liever blijf ik mank lopen.
De vrouw schetst hoe het mank-lopen door het ene been, een beroep heeft gedaan op het andere been. En dat kan best wel even, maar er zijn teveel klachten ontstaan om nog langer door te kunnen lopen omdat het been nooit meer ‘beter’ wordt. Als je verder wilt, moet je stappen zetten en niet blijven zitten. De pijn zal daar niet van weggaan. Ik slik. Misschien heeft ze wel gelijk. Ik moet uitrusten en dan weer in beweging komen. Ik moet niet langer vragen van Sarah om zich aan te passen zodat het manke been ontlast wordt, zonder dat het ooit beter wordt. Die prijs mag zij niet betalen. Dalijk hebben we twee manke benen… de ander vertoont namelijk ook al blessures.
Maar de keuzes zijn onmogelijk. Jesse meer ‘weg doen’ voelt als een amputatie. Het gaat dwars tegen al mijn moedergevoelens in.

De vrouw vertrekt. Gebroken blijf ik achter. En nu…? Ik huil bittere tranen. Wat moet ik dan nu? Ik vlucht in Peters armen, die zich voorzichtig om mij heen vouwen. Zijn hand rust op mijn hoofd en ik hoor dat hij zijn neus ophaalt. Een warme druppel valt op mijn schouder, terwijl we daar een tijdje roerloos staan. Ja… wat nu, Lin. Wat nu…

Reacties

  1. Wat een verdriet en wat een liefde lees ik in je openhartige blog. Sterkte in de keuzes die jullie gaan maken

    BeantwoordenVerwijderen
  2. ♥️💔 oh lieverd… wat een kut gevoel is dit.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Lieve Linda, Ik heb net je verhaal gelezen. Ik huil niet meer zoveel de laatste tijd maar nu ging het heel makkelijk.
    Het doet me denken aan het gesprek met de artsen toen mijn dochter geboren was. Alsof je die keuzes zo even kunt maken. Het is zo goed dat er mensen zijn die je daarbij helpen, maar dat maakt het niet veel minder pijnlijk om te doen.
    Ik denk aan je en stuur je sterkte!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Lieve Linda, Ik heb net je verhaal gelezen. Ik huil niet meer zoveel de laatste tijd maar nu ging het heel makkelijk.
    Het doet me denken aan het gesprek met de artsen toen mijn dochter geboren was. Alsof je die keuzes zo even kunt maken. Het is zo goed dat er mensen zijn die je daarbij helpen, maar dat maakt het niet veel minder pijnlijk om te doen.
    Ik denk aan je en stuur je sterkte!

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Voor mijn gevoel zoooo onmenselijk, deze beslissing is zo verdrietig, lege armen en een hoofd vol verdriet. kracht en sterke meer kan ik je niet geven ik ben er stil van <3


    BeantwoordenVerwijderen
  6. Zo herkenbaar. Ik sta nu precies voor dezelfde keuze...

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Zo herkenbaar dat gevoel zie er nu al tegenop!

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Brok in mijn keel. Zo herkenbaar. De maalstroom aan gedachten en gevoelens. Ons jongste zoontje logeert nu gemiddeld 3,5 nacht elders. Om het vol te kunnen houden, balans te houden, elkaar niet kwijt te raken en aandacht te hebben voor onze oudste die er ook toe doet en het al zo moeilijk heeft.💜

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Ik vind het leuk als je een reactie achterlaat.

Populaire posts van deze blog

Wat is Williams- Beuren Syndroom?

Er zijn veel mensen die vragen wat Jesse nou heeft, en waar je aan merkt dat hij gehandicapt is. Hier en daar heb ik het wel eens tussen de regels van m'n blogs door genoemd, alleen heb ik er nooit echt aandacht aan besteed. Daarom schrijf ik nu deze blog, met daarin de aandachtspunten waar wij specifiek tegenaan lopen met Jesse, zodat je een beetje een beter beeld kunt vormen van wat het (voor ons) inhoudt. Het is namelijk ook per williams kind nog heel verschillend hoe de dingen zich uiten. Hartafwijking Op 05-08-2013 is ons zoontje Jesse geboren. Jesse heeft ook nog een ouder zusje; Sarah , van 22-11-11 . Nadat Jesse geboren is heeft hij héél erg véél gehuild. We zijn met hem naar het ziekenhuis gegaan omdat we ervan overtuigd waren dat er iets met hem moest zijn. We hoorden namelijk zelfs zijn hartje kloppen, net zo hard als zijn ademhaling. Toen hij 10 weken oud was, is hij inderdaad in het UMCG beland, met een zeer ernstige hartafwijking. Zijn hart en zijn longslagaders

Overstuur Overspannen Overmacht ... Het houdt niet over.

  Ik rommel in mijn portemonnee om te zoeken naar kleingeld, terwijl ik Jesse bij zijn capuchon vasthoud. Warempel, ik vis nog een paar muntjes uit een vakje. Precies genoeg voor het lawaai apparaat. Samen met hem loop ik naar de kassa, waar ik hem de kleverige centjes laat overhandigen. Zij wisselt ze om voor een 0,50 eurocent en Jesse rent al met zijn lange benen naar het autootje. Zijn fijne motoriek is duidelijk geoefend op school, want het neemt maar twee pogingen in beslag voor het muntje door de gleuf valt. Ik juich voor hem. Hij glundert. Maar nog voor hij het beseffen kan, begint het lawaai autootje te bewegen. Ik lach en hijs hem in het zitje. Zijn gespannen bekkie spreekt boekdelen. Gemengde gevoelens van spanning en vreugde wisselen elkaar af in milliseconden, maar gelukkig overheerst de vreugde. Na een halve minuut kijk ik in een stralende grijns, zoals ik hem ken. Jesse ten voeten uit. Hoe ziet hij mij? Tijdens het wachten film ik zijn reactie tijdens het ritje. Hij bele

The great escape

Aan het geschuifel kan ik horen wie er aan komt. En door het slepende geluid van de kruk weet ik het zeker. Het is mijn overbuurvrouw op plekje 36 van ons veldje. Hijgend hoor ik haar nog op de gang, even een pauze nemend en ik bedenk me geen seconde. Ik grijp mijn spullen en schiet een hokje in waar je een privé wastafel hebt. Net op tijd, want op de gang komt mevrouw-lang-van-draad alweer in beweging. Een kuch en een roggel en ze is er. Ze neemt plaats in het enige overgebleven hokje naast mij, zoals ze dat altijd doet. Maar deze keer zonder mij tegen te komen. Ik zucht voorzichtig. Waarom ben ik zo ontwijkend? Ik kijk mezelf aan in de spiegel. Meestal ben ik juist sociaal en vind ik een praatje maken juist wel leuk. Vooral wanneer ik zie dat het een ander goed doet. Maar deze vrouw heeft problemen. Teveel problemen. Ik wil het even niet meer horen. En ik wil niet nog meer tijd van mijn vakantie weggeven aan een ander. Ik loop zelf al over en kan nog maar net mijn eigen hoofd boven w