Doorgaan naar hoofdcontent

The great escape

Aan het geschuifel kan ik horen wie er aan komt. En door het slepende geluid van de kruk weet ik het zeker. Het is mijn overbuurvrouw op plekje 36 van ons veldje. Hijgend hoor ik haar nog op de gang, even een pauze nemend en ik bedenk me geen seconde. Ik grijp mijn spullen en schiet een hokje in waar je een privé wastafel hebt. Net op tijd, want op de gang komt mevrouw-lang-van-draad alweer in beweging. Een kuch en een roggel en ze is er. Ze neemt plaats in het enige overgebleven hokje naast mij, zoals ze dat altijd doet. Maar deze keer zonder mij tegen te komen. Ik zucht voorzichtig. Waarom ben ik zo ontwijkend? Ik kijk mezelf aan in de spiegel. Meestal ben ik juist sociaal en vind ik een praatje maken juist wel leuk. Vooral wanneer ik zie dat het een ander goed doet. Maar deze vrouw heeft problemen. Teveel problemen. Ik wil het even niet meer horen. En ik wil niet nog meer tijd van mijn vakantie weggeven aan een ander. Ik loop zelf al over en kan nog maar net mijn eigen hoofd boven water houden. En mijn grens aangeven, wat ook had gekund, kost me haast net zoveel moeite als haar aanhoren. Ik vind het zo moeilijk. Het is de strijd die woedt in mij. 


In stilte luister ik naar al de bewegingen en het geritsel van haar ochtendritueel, terwijl ik mijn make-up aanbreng. Ik hoor het water van de kraan, de kam die wordt natgemaakt en door haar kort pittige kapsel naar achter gekamd wordt. Ik was al bijna klaar gelukkig, maar plotseling hoor ik haar het hokje uitstommelen. Op weg naar de WC aan de overkant. We zijn de enige twee bezoekers in het toiletgebouw en mijn aanwezigheid zal haar niet ontgaan zijn. Ik gok dat ze eerst nog niet klaar is en dat ik kan ontsnappen nog voor ze weer haar ochtendritueel hervat in het hokje naast mij. Met een paar halen zit mijn mascara erop. Nog even mijn haar en dan peer ik hem. Maar wanneer het langer duurt dan ik had gedacht, begin ik te twijfelen of ik the great escape nog wel kan halen. Zul je net zien dat ik haar precies tegen het lijf loop. Ze pakt WC-papier. EN weer. En weer…. En nog meer.

Nu weet ik echt zeker dat ik wil gaan. Ik grijp mijn spullen bij elkaar en maak dat ik wegkom. In mijn haast laat ik mijn bril liggen. Snel trippel ik terug. Maar wanneer ik op m’n retour ben kun je wel raden wat er gebeurd. Ik knal zonder pardon tegen haar grote lijf op. Bezweet en hijgend kijkt ze mij aan en er verschijnt een grote glimlach van oor tot oor als ze schrapend kirt; “Zozo, had je haast?” Ik lach onhandig terug en haal mijn schouders op. “Goedemorgen… Ik ben nog niet helemaal wakker geloof ik. Tijd voor ontbijt!” En zonder te wachten op antwoord, spurt ik richting de caravan terwijl ik bij mezelf denk; dat viel reuze mee. Dat met die grenzen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Wat is Williams- Beuren Syndroom?

Er zijn veel mensen die vragen wat Jesse nou heeft, en waar je aan merkt dat hij gehandicapt is. Hier en daar heb ik het wel eens tussen de regels van m'n blogs door genoemd, alleen heb ik er nooit echt aandacht aan besteed. Daarom schrijf ik nu deze blog, met daarin de aandachtspunten waar wij specifiek tegenaan lopen met Jesse, zodat je een beetje een beter beeld kunt vormen van wat het (voor ons) inhoudt. Het is namelijk ook per williams kind nog heel verschillend hoe de dingen zich uiten. Hartafwijking Op 05-08-2013 is ons zoontje Jesse geboren. Jesse heeft ook nog een ouder zusje; Sarah , van 22-11-11 . Nadat Jesse geboren is heeft hij héél erg véél gehuild. We zijn met hem naar het ziekenhuis gegaan omdat we ervan overtuigd waren dat er iets met hem moest zijn. We hoorden namelijk zelfs zijn hartje kloppen, net zo hard als zijn ademhaling. Toen hij 10 weken oud was, is hij inderdaad in het UMCG beland, met een zeer ernstige hartafwijking. Zijn hart en zijn longslagaders

Overstuur Overspannen Overmacht ... Het houdt niet over.

  Ik rommel in mijn portemonnee om te zoeken naar kleingeld, terwijl ik Jesse bij zijn capuchon vasthoud. Warempel, ik vis nog een paar muntjes uit een vakje. Precies genoeg voor het lawaai apparaat. Samen met hem loop ik naar de kassa, waar ik hem de kleverige centjes laat overhandigen. Zij wisselt ze om voor een 0,50 eurocent en Jesse rent al met zijn lange benen naar het autootje. Zijn fijne motoriek is duidelijk geoefend op school, want het neemt maar twee pogingen in beslag voor het muntje door de gleuf valt. Ik juich voor hem. Hij glundert. Maar nog voor hij het beseffen kan, begint het lawaai autootje te bewegen. Ik lach en hijs hem in het zitje. Zijn gespannen bekkie spreekt boekdelen. Gemengde gevoelens van spanning en vreugde wisselen elkaar af in milliseconden, maar gelukkig overheerst de vreugde. Na een halve minuut kijk ik in een stralende grijns, zoals ik hem ken. Jesse ten voeten uit. Hoe ziet hij mij? Tijdens het wachten film ik zijn reactie tijdens het ritje. Hij bele