Zuchtend en steunend arriveert de moeder naast me, terwijl ze luidruchtig haar beklag doet tegen mij; de eerste de beste die ze tegenkomt op dit schoolplein. De kinderen waren lastig en haar dag was e-norm zwaar gestart. Met veel drama en handgebaren doet ze voor hoe haar kleine ‘dramaqueen’ het ontbijt geweigerd had. Iets wat ze nog nooit gedaan had. Inwendig voel ik weerstand. Het luisteren naar haar relaas was niet hetgeen waar ik nu helemaal klaar voor was, en zéker niet als ik hoor waar het over gaat. Als ik dat zo hoor, mocht ik wensen dat mijn ‘dramaqueen’ net zo makkelijk en meegaand was als de hare, die zij zojuist bestempeld heeft als ‘moeilijk’ en ‘onmogelijk’. Welke woorden zouden er dan overblijven voor míjn kind? Om nog maar te zwijgen over mijn andere kostganger. Een gehandicapt jongetje van verstandelijk net twee, maar wel in een lijfje van 6. En ook met beentjes, en een stemvolume van een 6-jarige. Ik denk even terug aan mijn eigen ochtend, en zie rondvliegende broo
Als vrouw, dochter, echtgenote, vriendin, zus, moeder, of toeschouwer...