Zuchtend
en steunend arriveert de moeder naast me, terwijl ze luidruchtig haar beklag
doet tegen mij; de eerste de beste die ze tegenkomt op dit schoolplein. De
kinderen waren lastig en haar dag was e-norm zwaar gestart. Met veel drama en
handgebaren doet ze voor hoe haar kleine ‘dramaqueen’ het ontbijt geweigerd
had. Iets wat ze nog nooit gedaan had.
Inwendig voel ik weerstand. Het luisteren naar haar relaas was niet hetgeen waar ik nu helemaal klaar voor was, en zéker niet als ik hoor waar het over gaat. Als ik dat zo hoor, mocht ik wensen dat mijn ‘dramaqueen’ net zo makkelijk en meegaand was als de hare, die zij zojuist bestempeld heeft als ‘moeilijk’ en ‘onmogelijk’. Welke woorden zouden er dan overblijven voor míjn kind? Om nog maar te zwijgen over mijn andere kostganger. Een gehandicapt jongetje van verstandelijk net twee, maar wel in een lijfje van 6. En ook met beentjes, en een stemvolume van een 6-jarige.
Ik denk even terug aan mijn eigen ochtend, en zie rondvliegende broodjes pindakaas, een gesneuveld theeglas, een niet te stoppen geschreeuw en een overstuur zusje met een treuzelgehalte dat minstens zo extreem is als haar temperament, in één ogenblik aan me voorbij trekken. En dat was nog best een redelijke ochtend.
Ik kijk weer opzij, naar de druk pratende vrouw die werkelijk geen idee heeft van mijn situatie, en die nog steeds door ratelt over haar ontsteltenis dat haar dochtertje van twee zo tegendraads was.
Ik knik begrijpend, en besluit niets te zeggen. Ik weet als geen ander hoe het voelt. Hoe het is. En hoe het je soms zo overspoelen kan. De vrouw kijkt me dankbaar aan, en neemt mijn bemoedigende woorden in ontvangst.
Op weg naar huis denk ik aan een vriendin van mij, die een dochter heeft met een meervoudige beperking. En aan alle offers die ZIJ moet brengen. Zoveel meer dan ik. En hoe zij altijd naar mij luistert, ongeacht mijn verhaal. Omdat wij beiden weten dat, of je nou een groot glas of een klein glas hebt... Vol is vol. Zwaar is zwaar. En genoeg is genoeg.
Inwendig voel ik weerstand. Het luisteren naar haar relaas was niet hetgeen waar ik nu helemaal klaar voor was, en zéker niet als ik hoor waar het over gaat. Als ik dat zo hoor, mocht ik wensen dat mijn ‘dramaqueen’ net zo makkelijk en meegaand was als de hare, die zij zojuist bestempeld heeft als ‘moeilijk’ en ‘onmogelijk’. Welke woorden zouden er dan overblijven voor míjn kind? Om nog maar te zwijgen over mijn andere kostganger. Een gehandicapt jongetje van verstandelijk net twee, maar wel in een lijfje van 6. En ook met beentjes, en een stemvolume van een 6-jarige.
Ik denk even terug aan mijn eigen ochtend, en zie rondvliegende broodjes pindakaas, een gesneuveld theeglas, een niet te stoppen geschreeuw en een overstuur zusje met een treuzelgehalte dat minstens zo extreem is als haar temperament, in één ogenblik aan me voorbij trekken. En dat was nog best een redelijke ochtend.
Ik kijk weer opzij, naar de druk pratende vrouw die werkelijk geen idee heeft van mijn situatie, en die nog steeds door ratelt over haar ontsteltenis dat haar dochtertje van twee zo tegendraads was.
Ik knik begrijpend, en besluit niets te zeggen. Ik weet als geen ander hoe het voelt. Hoe het is. En hoe het je soms zo overspoelen kan. De vrouw kijkt me dankbaar aan, en neemt mijn bemoedigende woorden in ontvangst.
Op weg naar huis denk ik aan een vriendin van mij, die een dochter heeft met een meervoudige beperking. En aan alle offers die ZIJ moet brengen. Zoveel meer dan ik. En hoe zij altijd naar mij luistert, ongeacht mijn verhaal. Omdat wij beiden weten dat, of je nou een groot glas of een klein glas hebt... Vol is vol. Zwaar is zwaar. En genoeg is genoeg.
Reacties
Een reactie posten
Ik vind het leuk als je een reactie achterlaat.