Helaas kan ik hem na een paar minuten niet langer op mijn schoot houden ondanks mijn fervente pogingen tot afleiden, dus besluit ik hem toch maar neer te zetten in de hoop dat het speelgoed hem meer zal verleiden dan de mensen. Gelukkig. Iets wat rammelt. Hij spoed er op af, en is gefocust. Even links rammelen en luisteren… even rechts rammelen en luisteren… nog een keer wisselen… en dan met een grote glimlach de kring rond kijken. Ik zie een vrouw op het puntje van haar stoel zitten en ik hou haar met een schuin oog in de gaten. Je kunt zien dat haar handen jeuken. Als ze maar niet… “Mw. De Koning” hoor ik mijn huisarts zeggen. Opgelucht haal ik adem. De dikke vrouw staat moeizaam op, en waggelt richting de deur. Bij de deur kijkt ze nog een keer om, en zegt tegen de huisarts terwijl ze naar Jesse wijst; “Als ik die toch eens mocht meenemen, dokter…!” De rest hoor ik niet meer, en ben blij dat de wachtkamer één patiënt minder telt. Dalijk vreet ze hem nog op, denk ik spottend. Ik irriteer me aan mezelf dat ik zo erg gefocust ben op het tellen en ontwijken van de prikkels, in plaats van te genieten van alle leuke reacties en interacties. Ik neem mezelf voor om het anders te doen.
Wanneer ik na mijn korte bezoekje van hooguit zes minuten weer terug naar de wachtkamer loop om zijn jasje aan te trekken, zit er nog maar één wachtende vrouw die hem vanaf het begin al zat op te nemen. Ze lacht wat naar Jesse, en zegt dan: ”Wat een lief ventje. Hoe oud is ie? Een maand of negen?” Ik lach, en vertel haar dat hij zelfs al twéé wordt in Augustus. Ze is duidelijk geshockeerd en voelt zich ongemakkelijk, dus ik red haar uit haar benarde situatie door te zeggen dat het niet raar is dat ze dat dacht, en dat hij een ontwikkelingsachterstand heeft. “Maar hoe komt dat dan? En is hij verder verstandelijk wel goed?” vraagt ze voorzichtig. “Nee, hij heeft een Syndroom, hij zal altijd gehandicapt zijn” Antwoord ik. Ze is duidelijk aangedaan, maar met name door het woord 'handicap', en het feit dat ze dit niet zag aankomen. Met een ruk kijkt ze weer naar mij: “Maar dat trekt nog wel weer weg, toch? Hij ziet er zo normaal en gelukkig uit!”
“Nope. Dat blijft er altijd. Het zit in zijn DNA” Zeg ik. Beduusd kijkt ze nog eens naar hem, en zegt tenslotte: “Maar je ziet echt helemaal niks aan het manneke! “ de ontzetting is nog duidelijk hoorbaar, en ze kan het (net als mijn omaatje trouwens) niet accepteren. Vlak voor ze wegloopt pakt ze geëmotioneerd Jesses armpje vast, en kan geen woord uit brengen.
Wat er door haar heen ging kon ik niet meer vragen. En voor het eerst in mijn williams-carrière liet iemand míj ontredderd achter.
Elke keer weer herkenbaar Lin!!! Bij Lotte is er (voor de meeste mensen) ook niet veel te zien, behalve dat men denkt dat ze een baby is (met haar 96 cm haha). En heel vaak zeggen ze inderdaad: maar je ziet het niet aan haar, het wordt wel weer normaal toch? Alsof je elke handicap zo kan zien.. Liefs, Lies
BeantwoordenVerwijderen