Maar er is één onderwerp, dat blijft haar maar bezig houden, en dat is, jawel, de dood. Nou hoeft u niet direct te denken “Oh help, de dood! Is ze nu al depressief?!” Nee hoor, integendeel. Maar sinds de dood van mijn omaatje, die we Omi noemden, is Sarah er druk mee. En elke keer dat ze er weer over begint, lijkt haar verstand ook weer een stukje meegegroeid. Daarom zal ze telkens wel weer nieuwe vragen hebben. Maar afgelopen week heb ik het er ELKE dag over gehad, en uitgelegd aan de hand van een pen wat er dan gebeurd. Ik vertelde haar dat je lichaam slechts een hulsje is waar je in leeft. Net zoals de pen. En dat, wanneer je dood gaat, het hulsje hier blijft en dat de pen (Omi) naar de hemel gaat. Best nog een moeilijk te vatten concept voor een startende kleuter. Maar die radartjes draaiden op volle toeren. Dit was interessant. De ene vraag na de andere vuurde ze op mij af. “Maar Omi kan toch nog wel de ogen open doen als ze dood is? En ze moest helemaal alleen slapen op het podium! Das toch wel zielig hé mam?”
Met de begrafenis stond de kist voor in de kerk, en Sarah stónd erop dat ze wilde kijken. Dus omdat Omi er goed uit zag zoals we haar kenden vlak voor ze stierf, stemden we toe. Maar nu pas komen we erachter wat er zich allemaal heeft afgespeeld in dat kleine koppie. Ze dacht dat Omi slechts sliep, en nog helemaal niet dood was. De dood is echt ongrijpbaar voor een kind, en daardoor soms ook beangstigend.
“Mama, wanneer ga jij dan dood?” Ze kijkt me angstig, en strak aan! Als ik had overwogen om deze keer wéér te “liegen”, dan had ik het nu wel gelaten met deze ernstige blik tegenover me. Ik keek recht haar ziel in, en zag een lichtelijke wanhoop. In haar ogen kon iedereen zomaar dood gaan. Zelfs als je gewoon sliep! Die vraag kwam dus ook; “Als ik ga slapen, dan KAN ik ook dood gaan hé mama? Dan moet je me ook wel heel erg missen” en meteen daar achteraan: “Maar als jullie allemaal dood gaan, dan ben ik helemaal alleen!!!” Gelukkig stelt ze me al deze vragen, want ik geloof zeker dat een kind die dat niet doet, enorme angsten ontwikkelen kan! Ik leg uiteraard uit dat er genoeg mensen zijn die voor haar kunnen zorgen als dat gebeurd (ik noem namen) maar dat dat eigenlijk alleen gebeurd bij mensen die al héél erg oud zijn. Maarja… naast een leventje van vier jaar ben IK dat ook. Ik leg weer opnieuw uit dat wij echt nog laaaaang niet dood gaan, en zij ook niet. Maar alleen mensen die zó oud zijn dat hun lichaam een beetje kapot gaat en het langzaam niet meer doet. Dan kan de pen niet meer schrijven… Ze lijkt het te begrijpen en ze knikt. “Ik ga een dood poppetje tekenen”. Prima. Teken jij maar een dood poppetje. Op maandag komt Oma Traas. Hetzelfde riedeltje. Oma legt het ook uit van de pen. (Ik heb het immers ook van haar). En weer komen de vragen. Hot topic! Maar vandaag… vandaag kwam de praktijk.
We staan in de supermarkt. Ik pak netjes mijn spulletjes in, terwijl ik Sarah om me heen heb. Naast mij aan de andere kassa is een bejaarde vrouw druk aan het babbelen met de caissière. De oude vrouw loopt achter een rollator, en schuifelt moeizaam en voorover gebogen voorwaarts. Op zich niks bijzonders, totdat Sarah het ook ziet... Ze loopt er in één rechte lijn naartoe, bekijkt de vrouw van top tot teen, en neem haar goed in zich op. Ze neemt een hap lucht, en vervolgens hoor ik haar roepen: "Maar jij gaat al bijna dood! Jij bent écht al biiiijna dood…"
- slik -
Oh Linda, zo herkenbaar😂 Wat zijn die kids toch heeeerlijk eerlijk hè?!
BeantwoordenVerwijderenLiefs, Tessa