Even ZEN
Moe van de dag, ren ik door het huis heen, met washandjes, handdoeken, melatonine, slaapmedicatie, knuffeltjes, pyama’s, zeep, tandenborstels… ik hijg even uit voordat ik de rolgordijnen op Jesses kamertje dicht doe en sluit mijn ogen. Even “ZEN” noemen ze dat. Maar ik voel diep vanbinnen toch nog altijd meer connectie met degene waar ik sinds een paar jaar een haat-liefdeverhouding mee heb… Degene die ik ooit van heel dichtbij kende, maar die ik de laatste jaren wat weggeduwd en aan de kant gezet heb.
Gewoon vanwege het conflict in mij, met de waarom -vragen en de worstelingen omtrent mijn gehandicapte zoon. Intens geliefd, en onwijs welkom en gewild, maar toch… Het is een heel project. En het “happy-clappy-christen-zijn” paste even niet meer tussen de donkere dagen die ik herhaaldelijk beleefde in mijn diepe dal.
Stress
Inmiddels heeft Jesse de stop al te vroeg uit het bad getrokken, en zit hij bibberend te huilen tot ik zover ben. Ik schiet acuut in de mopperstand en Sarah’s getreuzel werkt me op mijn zenuwen. “Schiet nou op, Saar!! Je voet! Nee, andere... Wat zeg je? Plassen?! Nou, snel dan. Had je dat niet eerder kunnen bedenken?” Grommend en ongeduldig sta ik te wachten tot ze zover is. Ik kijk op de klok en hoor op de achtergrond een aanzwellend en oorverdovend gekrijs van een bibberend jongetje. Gauw roep ik Sarah wat commando’s toe voordat ik Jesse in de handdoek op schoot hijs. Ze mag nog boekjes lezen tot de wijzer boven is, en dan alvast gaan liggen tot ik kom. Voor de duidelijkheid benadruk ik nog een keer: “Ik kom écht, maar ik moet wachten tot Jesse slaapt. Dus maak geen geluidjes!! Des te sneller ben ik bij jou.” Ze sputtert wat tegen, maar bij het horen van het woord “boekjes” gaat ze dan toch maar. Zo. Dat was één, denk ik bij mezelf. Alleen nog maar af maken straks.
Hier schreeuwen twee kinderen in mijn hart…
Met het laatste beetje energie zak ik met Jesse in de schommelstoel naast zijn bed. Een momentje rust. Stiekem is dit een favoriet momentje van mijn dag. Het moment dat mijn krullenbol zich zuchtend in mijn nek nestelt en ik even alle zorgen van de dag kan laten gaan. Tijd om de dag te evalueren, gesprekken terug te halen, of even gewoon weg te sukkelen samen met mijn zoon. Lekker in de –zeldzame- stilte. Ik geniet van zijn mooie gave snoetje in de schemering. Dat hij al bijna vier is, overvalt me soms. Zo zie ik hem niet, en zo gedraagt hij zich ook nog lang niet. Maar ach…
Mijn mijmeringen worden abrupt onderbroken door gehuil. “SHIT” denk ik. Sarah. Ik hoor dat ze écht van streek is en lichtelijk in paniek om iets kleins, wat in haar hoofd heel groot geworden is. Ik ken haar te goed. Het kwetsbare meisje van vijf staat er even alleen voor. Precies hetgeen wat haar waarschijnlijk nog het meest van streek maakt. Haar bekende huiltje dringt zich bij me naar binnen. Triest genoeg is het eerste wat ik doe, checken of Jésse erop reageert. Want als Jesse wakker wordt, is het pas echt desastreus. De kans dat hij dan weer inslaapt is 50/50. Ik kan dus beter even in hem investeren en hem goed wegleggen, dan nu ingaan op Sarah, anders ben ik dubbel zo lang bezig, heb ik meer en langer gehuil, en twéé vermoeide kinderen die te laat gaan slapen. Om nog maar te zwijgen over mijzelf.
De redenering in mijn hoofd sust mijn tegenstrijdige gevoel, terwijl ik mijn ogen stijf dicht knijp. Hier schreeuwen twee kinderen in mijn hart…
S.O.S. Ik.kan.dit.niet.
Als in een reflex, werp ik God een quasi serieus schietgebedje toe: “Heer, DOE iets. Ik trek het niet als ze het straks beiden op een gillen zetten(...) De dag was zó al zwaar genoeg. Stuur anders een engel ofzo, eentje met grote vleugels, daar scoor je zéker mee bij Sarah. Die wil al vliegen sinds ze bestaat…!”
Alsof ik afwacht of het echt gebeurd, ben ik een tijdje stil in mijn gedachten. Maar na een lange minuut maakt die stilte plaats voor een onbestemd gevoel… Ik voel me alleen en niet gezien. Niet gehoord en niet gewaardeerd. Er is eigenlijk niemand die écht ziet hoeveel alles me kost.
En dan zit ik hier in het donker, te worstelen met alles wat me in dit leven gegeven is. Prachtige dingen, die ik van tijd tot tijd niet eens aan kan. Die me overvragen. De eerste die de schuld krijgt, is degene bij wie ik net ook al een verzoek had ingediend. Het is God. Ik heb teveel dingen die ik niet meer snap…
“Bent u me soms vergeten?! Ik heb nou niet bepaald het idee dat u echt door hebt hoe ik me voel. Weet u eigenlijk wel hoeveel het van me vraagt? Denkt u wel na, voordat u dit soort ‘leuke kadootjes’ geeft? Bijvoorbeeld of iemand het wel aan kan enzo…? Het is gewoon niet eerlijk! Hoe kan ik nou een goede moeder zijn EN mijn hoofd boven water houden? Deze combi van kinderen hebben een chemische reactie op mij. En had er bijvoorbeeld niet even een briefje bij gekund, toen ik beviel van dit kadootje. Zoals: Handle with care, of licht ontvlambaar… en dan een trilogie met de toelichting, nagezonden in etappes…. Want.ik.kan.dit.niet. Ik herhaal: Ik KAN dit NIET!!”
Ik voel me net Sarah wanneer ik me betrap op deze -kinderlijke- rechtstreekse vragen, en ik schaam me er een klein beetje voor, omdat deze rechtstreekse vragen in gaan tegen dat wat ‘geoorloofd’ voelt om te zeggen. Het altijd dankbaar zijn en verdraagzaam zijn zonder klagen klinkt een stuk christelijker… Maar toch kan het me niet schelen. Wat heb ik tenslotte te verliezen? Ik vind het eerder hypocriet als ik ze niet zou stellen. En diep vanbinnen voel ik daar vrede mee.
Je houdt meer van Jesse!
Sneller dan verwacht leg ik Jesse in zijn bedje. Als Sarah nu maar niet adem haalt voor een nieuwe hysterische uithaal, want dan is het mis. Zo langzaam en snel als ik kan, sluip ik weg en open Sarah’s deur. Een rooddoorlopen betraand gezichtje kijkt mij aan. “Ze is ook nog maar vijf…” denk ik, terwijl ik haar smalle lijfje in me opneem. Er wordt al zo veel van haar verwacht. Veel meer dan ze op sommige momenten aan kan. Zoals nu.
Ze stort direct haar hart uit; “Het is NIET eerlijk!! Waarom blijf je bij Jesse altijd tot hij slaapt, en laat je mij in de steek!! En waarom mag hij later naar bed dan ik?! Hij mag altijd ALLES. Je denkt nóóit aan mij! En ik was aan het huilen. Waarom KOM je dan niet?! Ik kan alles toch nog niet zelf?? Ik weet zéker dat je meer van Jesse houdt dan van mij!”
Met een gekwetst gezicht draait ze zich van me af.
Het is weer zover. Ze zit in zak en as en is er heilig van overtuigd dat ik meer van Jesse hou... En opeens denk ik: waarom zou ze dat ook niet denken? Ik begrijp haar volkomen. Ze heeft er alle rede toe om dat te denken. Ondanks dat ik haar al zo vaak heb uitgelegd dat Jesse geen normaal jongetje is en dat dat niks te maken heeft met houden van…
Eerlijk gezegd had ik op deze momenten ook liever een normaal broertje voor haar gehad, dan dit intensieve knulletje dat haar zoveel ontneemt zonder het zelf door te hebben. Dat dan weer wel. Tegelijkertijd veroordeel ik mezelf om die gedachte. Ik hou van mijn beide kinderen! Maar juist daarom komen deze gedachtes soms ook… Ik gun ze beide het allerbeste. Maar ik ben niet in die positie ze dat te geven.
Ik ben hooguit een goed-genoeg-moeder… geen volmaakte moeder. Al voel ik me soms zelfs nog te min voor de goed-genoeg titel. Wanneer is het goed genoeg voor een perfectionist?
Spiegelmoment
Ik trek mijn huilende meisje naar me toe, en intuïtief beaam ik maar gewoon de dingen die ze zegt. Ik kan er niks anders van maken en ik zou niet weten wat ik anders moet zeggen. Het enige wat ik haar geven kan is erkenning. En zowaar, dat helpt. Ze kalmeert, en kijkt me even aan: “Vind je dat ik gelijk heb, mam?” Ik knik. “Ik ben héél blij dat je deze dingen aan mij verteld! Maar één ding, Sarah...” Ze onderzoekt mijn gezicht en kijkt vragend.
“Knoop in je oren dat ik nooit méér van Jesse hou! Ook al voelt het nog zo echt. Dat mag je nooit geloven, want dat is een leugen. Ik denk méér aan jou, dan jij je beseft lieverd.”
Ik benoem alle mooie dingen aan haar, en waarom ik juist zo dol op háár ben, en de dingen die zij zo goed kan en die maken dat zij Sarah is. Haar lieve zorgzame karakter en haar mooie hart.
Maar vooral dat ze er gewoon mag zijn. Zoals ze is. Ook met haar boosheid. Omdat het niets verandert aan hoeveel ik van haar hou.
Ze zucht diep. En vergevingsgezind als ze is, omhelst ze me alweer. “Je bent de allerliefste moeder van de hele wereld!!” Ik kijk eventjes door het raam omhoog, waar de gordijnen nog steeds verkreukeld en half open staan, en hou mijn adem in… Wow. Deze hele situatie was één grote spiegel…! Ik hoor mijn eigen antwoorden in mijn hoofd gonzen:
“Ik hou niet meer van anderen dan van jou. Ik denk méér aan jou, dan jij je beseft. Ik ben blij dat je deze dingen verteld…. Je mag er gewoon zijn. Zoals je bent. Inclusief boosheid. Verdriet. Omdat het niets verandert aan hoeveel ik van je hou.”
Het kwartje valt opeens en plotseling krijg ik als vanzelf antwoord op een paar vragen. En al zijn mijn vragen nog lang niet allemaal beantwoord… ik voel me in elk geval gehoord. En gezien. Net zoals Sarah nu.
En met een klein beetje heimwee, zet ik de deur voorzichtig weer op een kier.
Wat een wosrteling en strijd met je kids. Lijkt me mega lastig om hier een goede weg in te vinden. Vind het heel mooi om te lezen hoe jij naar dingen kijkt en daar weer van leert. Wil je een dikke knuffel geven ;)
BeantwoordenVerwijderenGroetjes Martine Trip
WOW hier ben ik stil van Dank voor je openheid, kwetsbaarheid
BeantwoordenVerwijderenWat een ongelooflijk verhaal. Een tijdje terug kreeg ik in mijn slaap heel duidelijk je naam in mijn hart, om voor te bidden. Dit verklaart alles. Wat een eer om voor jou en je gezin te mogen bidden. Ik ben diep onder de indruk! Heftig en bijna niet te dragen. Linda, ik denk dat ik je een heel klein beetje kan begrijpen. Heel veel liefs!
BeantwoordenVerwijderen😇😢 zo herkenbaar,weten dat je "de een "tekort doet ,maar vaak geen andere keus hebben
BeantwoordenVerwijderenWat mooi geschreven! Het is ook zo herkenbaar.
BeantwoordenVerwijderen