Hij
wilde niet naar school, en toch breng ik hem weg. Bij de kruising van de Mac
Donalds rijden we rechtdoor om naar zijn school te gaan, maar wanneer je
rechtsaf gaat, rijd je naar Ballorig. Een plek waar Jesse dolgraag is. Hij weet
de weg er naartoe uit zijn hoofd. Net zoals vele andere wegen.
Voor het stoplicht staan we stil. Het is rood. Dat geeft Jesse de tijd om zijn radartjes razendsnel te laten werken; Ballorig!! Hij bedenkt dat hij dat veel leuker vindt dan school, en zet zijn charmes in. Eerst liefjes, en dan steeds dwingender. “Ouw-regg!!” is het enige wat mijn oren nog kunnen horen. Het is mij volkomen duidelijk. Jesse moet en zal naar Ballorig. Maar helaas voor hem, rijden we door, wat uitmondt in een hysterische schreeuw-partij. Ik herhaal nog een keer dat ik hem gehoord heb, en dat ik weet dat hij naar Ballorig wil. Zijn geschreeuw stopt acuut. Je ziet de hoop in zijn oogjes groeien. Totdat ik doorpraat, en vertel dat dat NU niet kan (getier), maar dat dat wel een ANDERE keer kan…. (hoop).
Hij weet niet wat hij met zichzelf aan moet. Hij slingert tussen hoop en wanhoop, maar weigert om een ‘nee’ te horen. Een ‘nee’ levert boosheid, frustratie en agressie op. Zelfs tot het zichzelf pijn doen in de vorm van bijten. Hij had bedacht dat dit veel leuker was, en daar had hij zijn zinnen op gezet. PUNT. Klaar uit. Een echte tweejarige.
Het liefst was ik met de auto omgedraaid om er alsnog heen te gaan, maar ik hou me sterk. Ook gehandicapte kindjes moeten leren dat niet altijd alles kan wat ze graag zouden willen. En terwijl ik me dat bedenk, besef ik me dat dit juist iets is wat hij zijn leven lang alleen maar zal leren. Wat zullen er VEEL dingen zijn in zijn leven die hij graag zal willen. En wat zal hij dan vaak moeten leren accepteren dat dat lang niet allemaal kan.
Met een schuldgevoel rij ik door. Ik zou hem alles wel willen geven. Werkelijk alles. Mijn liefde voor hem stopt nooit, en ik kan zoveel van hem hebben. Ik begrijp hem als geen ander. Hij is altijd in mijn buurt. Zelfs in mijn bed. Hoewel dat gelukkig niet altijd.
Ik snap wat hij bedoelt en wat hij voelt. En wanneer ik dat soms even níet kan, verteert het me. Ik zal niet rusten voor ik weet wat er is. Misschien maakt dát juist ook wel waarom ik altijd zo moe ben. Nouja… dan maar moe.
Voor het stoplicht staan we stil. Het is rood. Dat geeft Jesse de tijd om zijn radartjes razendsnel te laten werken; Ballorig!! Hij bedenkt dat hij dat veel leuker vindt dan school, en zet zijn charmes in. Eerst liefjes, en dan steeds dwingender. “Ouw-regg!!” is het enige wat mijn oren nog kunnen horen. Het is mij volkomen duidelijk. Jesse moet en zal naar Ballorig. Maar helaas voor hem, rijden we door, wat uitmondt in een hysterische schreeuw-partij. Ik herhaal nog een keer dat ik hem gehoord heb, en dat ik weet dat hij naar Ballorig wil. Zijn geschreeuw stopt acuut. Je ziet de hoop in zijn oogjes groeien. Totdat ik doorpraat, en vertel dat dat NU niet kan (getier), maar dat dat wel een ANDERE keer kan…. (hoop).
Hij weet niet wat hij met zichzelf aan moet. Hij slingert tussen hoop en wanhoop, maar weigert om een ‘nee’ te horen. Een ‘nee’ levert boosheid, frustratie en agressie op. Zelfs tot het zichzelf pijn doen in de vorm van bijten. Hij had bedacht dat dit veel leuker was, en daar had hij zijn zinnen op gezet. PUNT. Klaar uit. Een echte tweejarige.
Het liefst was ik met de auto omgedraaid om er alsnog heen te gaan, maar ik hou me sterk. Ook gehandicapte kindjes moeten leren dat niet altijd alles kan wat ze graag zouden willen. En terwijl ik me dat bedenk, besef ik me dat dit juist iets is wat hij zijn leven lang alleen maar zal leren. Wat zullen er VEEL dingen zijn in zijn leven die hij graag zal willen. En wat zal hij dan vaak moeten leren accepteren dat dat lang niet allemaal kan.
Met een schuldgevoel rij ik door. Ik zou hem alles wel willen geven. Werkelijk alles. Mijn liefde voor hem stopt nooit, en ik kan zoveel van hem hebben. Ik begrijp hem als geen ander. Hij is altijd in mijn buurt. Zelfs in mijn bed. Hoewel dat gelukkig niet altijd.
Ik snap wat hij bedoelt en wat hij voelt. En wanneer ik dat soms even níet kan, verteert het me. Ik zal niet rusten voor ik weet wat er is. Misschien maakt dát juist ook wel waarom ik altijd zo moe ben. Nouja… dan maar moe.
Reacties
Een reactie posten
Ik vind het leuk als je een reactie achterlaat.