Ze had
me gezegd dat ik Jesse NIET mee mocht nemen om haar te halen of te brengen. NOOIT.
Ik knikte in stilte, half afwezig verzonken in mijn e-mail. “Ja, dat is goed
schatje. Ik snap het.” Even later dringen haar woorden door in mijn hoofd en
bedenk ik me dat mijn antwoord niet klopte. Peter heeft nachtdiensten dit
weekend, waardoor ik Sarah zelf zal moeten halen en brengen naar het
logeergezin. MET Jesse. Ik roep Sarah toe, dat het toch anders zal zijn en dat
Jesse mee zal moeten. Ze kijkt boos en keert zich met haar hele houding direct
tegen hem, alsof ze zojuist door hem
geslagen is. “Ik wil niet dat hij komt op mijn plekje, dan schaam ik me dood
voor hem. Hij doet allemaal boevenstreken en haalt alles overhoop met zijn
beslis-oogjes”. Ja… ik snap haar ook wel. Maar soms zijn dingen nou eenmaal
zoals ze zijn.
De autorit ging redelijk, ondanks het feit dat ze elkaar bleven uitdagen. Zodra we er zijn, sprint Sarah de auto uit en vliegt meteen het huis binnen. Jesse
maan ik om in de auto te blijven zitten, terwijl ik er 10 meter bij vandaan
loop. Verder kan echt niet want hij haalt het zomaar in zijn hoofd om uit te
stappen en te gaan wandelen in deze aantrekkelijke en veel te interessante nieuwe
omgeving. Ik wissel nog wat woorden met de vrouw waar ze zal logeren, en
vertrek. Helaas kon ik niet gaan zitten om even wat te blijven drinken tot
Sarah zich op haar gemak voelt, omdat Jesse dan zit te wachten. Maar gelukkig
heeft Sarah daar ook niet veel voor nodig. Het is meer de aandacht die ze er
uit haalt.
Verkeerde keuze
De volgende dag is het wederom prachtig weer en rijd ik met Jesse weer naar Beilen om Sarah op te halen. Hij is lief en gezellig en zit heerlijk te genieten en af en toe te kletsen. Wanneer we er bijna zijn smeekt hij me of hij er uit mag en ik twijfel… Zal ik dat doen? Maar hij is zo rustig en lief, dat ik overweeg om het te proberen. Soms moet je dingen uitproberen. Of hij nou blijft zitten of mee gaat, even theedrinken kan toch al niet. Ik spreek met hem door wat hij niet mag doen, terwijl hij me aankijkt en ‘okie, okie, okie’ blijft herhalen. Hij beloofd me plechtig dat hij zal luisteren met ‘orgg’. Ja precies, met je oortjes, herhaal ik, terwijl ik hem aan de hand meeneem naar de overkapping waar ze al zitten te wachten.
Zodra ik daar aan kom met hem, vliegen zijn ogen door de ruimte en is hij niet te houden. Hij ziet van alles waar hij heen wil om te ontdekken. Sarah’s gezicht vertrekt meteen. Het spreekt boekdelen. Hij sprint het schuurtje in, roept dingen als ‘MOOOOI’ en loopt verrukt naar een paardentrailer, dan naar een vliegengordijn en vervolgens een schuif hor. Alles is ‘Mooi’ en ‘Keuk’. De mensen onder de overkapping reageren lachend en vermakelijk, tot Sarah’s grote ergernis. Ik begrijp haar en voel dat ik een fout gemaakt heb. Daarbij ben ik voortdurend aan het begrenzen en corrigeren zodat Jesse de boel niet sloopt… Ik voel me in een spagaat en besluit in een split seconde dat ik mijn koers moet wijzigen. ABORT MISSION. Ik tel met Jesse tot drie en zeg hem dat we weer naar de auto terug gaan en dat Sarah zo komt, terwijl ik Sarah aan kijk met een veelbetekenende blik dat ze haar spullen kan gaan pakken. Het protest wat ik over me heen krijg van Jesse, gaat gepaard met uitbundig geschreeuw en ge- “NEEEE”!!! Ik krijg het bloedheet en loop toch maar kordaat richting auto, met hem in mijn armen. Ik begrijp ook hem zo goed… hij was er nog geen vijf minuten en moest nu opeens alweer terug naar de auto. Hij was nog lang en lang niet uitgekeken. Hij kwam in de knoop met zijn drang om te ontdekken. Het was veelste kort!!!! Boos en verhit zakt hij met grootse tegenzin in de auto terwijl hij ‘JAMMER’ roept. Ik zet hem vast in de autogordel, loop om de auto heen om zelf in te stappen en praat nog even met de vrouw, die bij Jesses opengedraaide raampje staat. Ondertussen klimt Sarah achter mij de auto in, met een hoofd op ontploffen. Dat ik haar de achterbank voor haarzelf gegeven heb, zonder last van Jesse, maakt haar niks uit. Mokkend neemt ze plaats en zegt geen woord tegen me.
Tot overmaat van ramp hoor ik in de verte een brommer, die met een rotgang over de weg heen knettert, dicht langs onze auto. Ik houd mijn hart vast. In gedachten tel ik… 1,2,3,4,5….. 6,7….8… BAM!!!! De bom barst.
De inwerktijd tussen het geluid en de reactie is bereikt. Jesse haalt diep adem, brengt zijn handen naar zijn oren, en begint met een brul van onder uit zijn tenen, gepaard met een keihard gebeuk van zijn hoofd tegen de stoelleuning heen en weer te rammen. De combinatie is intens en overweldigend. Ik zie dat ook de vrouw even overrompeld is. Ze had dit niet zien aankomen. Ze kent Jesse immers ook niet.
Tot overmaat van ramp trekt Sarah dit niet bovenop haar intense teleurstelling en begint eroverheen te schreeuwen: “JESSEEEEE!!!!! STOP STOP STOP!!! JESSE!!! IK HAAT JE!!!” Terwijl ook zij half huilend van onmacht op de achterbank zit. Dit spoort Jesse aan tot nog harder huilen, omdat emoties en afwijzing voor hem hard binnen komen en hij zich toch al onbegrepen en overweldigd voelde.
De moed zakt me in de schoenen terwijl ik het domino-effect waarneem en ik pers de drang om mee te willen huilen weer naar beneden. De opkomende tranen zouden alles alleen maar erger maken. Het gebeurd vaker. Maar deze keer was het wel heel erg. Tussen het schreeuwen en huilen door, gebaar ik de vrouw dat dit een trigger was voor Jesse. Die brommer. Ze kijkt me medelijdend en begripvol aan. Ze zegt nog gedag tegen Sarah en ik zeg dat ik maar gauw ga. “Als we eerst maar rijden, dan komt het wel goed” lach ik veel optimistischer dan ik me voel, en ik geef gas om te draaien en zo snel mogelijk naar huis te speeden.
Maar ik weet dat het niet gaat werken. Ik zal moeten stoppen vóór we het dorp uit zijn en op de snelweg zitten….
Troosten
Met lood in mijn schoenen draai ik de auto op een stoepje. Wie troost ik als eerste? Ik moet tactisch nadenken voor zover me dat lukt met de decibels die me doorboren. In een reflex weet ik welke volgorde het meest effectief is en begin bij Jesse. Jesse stopt niet zonder eerst getroost te worden en als ik Sarah eerst doe, zal ze getriggerd blijven door zijn gebrul.
Wanneer ik bij Sarah kom, heeft ze zich helemaal afgesloten van mij. Ze is zo boos, dat ze me niet toelaat, terwijl ze ten diepste vanbinnen schreeuwt om AANDACHT en KNUFFEL MIJ en ZIE MIJ! Ze hunkert naar mijn exclusieve aandacht. Ik voel me lichtelijk schuldig. Het was dom om Jesse uit de auto te halen. Ik besluit dit tegen haar te zeggen en zonder op te kijken hoor ik een keiharde “JA, DAT KUN JE WEL ZEGGEN!!” uit een betraand gezichtje komen. Ze worstelt met zoveel dingen tegelijk. Ook daar voel ik medelijden voor. Maar mijn medelijden wordt direct uitgebuit. Ze voelt het feilloos aan en doet overal nog een schepje bovenop. En ze melkt het kat-en-muis-spel uit, door hide and seek te spelen. Hoe dichterbij ik kom om haar te willen knuffelen, hoe harder zij me wegduwt. Iets wat me zo mateloos kan irriteren.
Ik merk dat de maat vol is. Prima dat ze zich zo voelt, ik neem de verantwoordelijkheid voor mijn fout, maar dat zij er voor kiest om zo te reageren terwijl ik haar probeer te helpen, is haar probleem. Ze hoeft mij geen dader te maken van alles wat ze voelt, ook al heeft ze zelf ook niet door dat ze dat doet. Daar heeft ze mij voor nodig. En daar ben ik dan ook. Duidelijk en begrenzend. Het maakt dat ik me iets steviger voel en de draad weer kan oppakken.
Met een boos gesnik op de achterbank start ik toch maar de auto en rijd weg. Ik praat wat tegen Jesse en zeg dat hij het goed doet, terwijl ik zijn been aanraak. Dat zet bij Sarah kwaad bloed. Nog voor dat ik iets liefs tegen háár kan zeggen, begint ze al te tieren dat ik meer van Jesse hou dan van haar. En dat ze het nu echt wel zeker weet. Ik begrijp niet waar ze het over heeft, of wat gemaakt heeft dat ze dit zegt. Maar ik kom erachter dat ieder woord en elke aanraking gewogen wordt. Alles legt ze in de weegschaal. Alles wat ik doe moet in evenwicht zijn, want anders zou ik meer van de een houden dan van de ander. Ik had Jesse natuurlijk ook nooit als éérste mogen troosten, in haar ogen.
Ze stelt zich opnieuw vijandig op tegen Jesse en zit stiekem heel boos naar hem te kijken. Iets waarvan ze weet dat het Jesse triggerd. De sirene naast mij start dus ook weer opnieuw, Sarah’s geschreeuw overstemt het gehuil van Jesse en mijn hoofd ontploft…!!
Ik zit in de auto, dus ik moet alert zijn om geen domme dingen te doen. Ik zet alles op alles om mijn hoofd koel te houden. De radio gaat aan op standje snoeihard en ik overstem ze beiden. Ze kijken me verbluft aan…
Nu heb ik het natuurlijk gedaan. Maar ze zijn wel stil. Ik trap het gas nog even verder in; SNEL naar huis, voor ze weer beginnen!!
Wat een verscheurd gevoel, wat een stress, wat een moedige vrouw ben jij!! Wat mooi en eerlijk verwoord.
BeantwoordenVerwijderen