Doorgaan naar hoofdcontent

Schuldgevoel

.
.
.
We gingen nog niks doen met de uithuisplaatsing die even werd aangeraakt afgelopen week, maar wel met fors meer inzetten op logeren, dus we voegden dan ook maar meteen de daad bij het woord. Er waren flink veel ballen aan het rollen gegaan en de weken die volgden waren erg druk.

Maar nu werd het eindelijk herfstvakantie. Tijd om even op adem te komen. We zouden een weekje weg naar center parcs, met Sarah. Zonder Jesse. Ach, dat is eigenlijk niet zoveel nieuws. We hebben het vaker gedaan. En iedere keer dat je het weer doet, slijt je schuldgevoel een beetje meer. Je hebt ook eelt nodig om het te kunnen. Maar deze keer voelt het anders. Met het confronterende gesprek van laatst nog vers in mijn geheugen, voelt zo’n weekje weg zonder hem, weer eventjes heel rauw. Het gevoel te erkennen, dat ik pas echt tot rust kom zonder mijn ene kind, voelt niet goed.


Ik kijk achterom naar Jesse die op de achterbank zit. Hij was blij dat we deze zaterdag eindelijk samen weg gingen en met een tevreden gezichtje zit hij rond te kijken naar alles wat hij ziet. Ik zie hem genieten. Ongewild dringt de vakantie zich in mijn hoofd naar de voorgrond…. Nog twee dagen. Voorzichtig had ik hem al voorbereid door vast te noemen naar welke zorgverleners hij deze week zal gaan en dat hij pas volgernde week zaterdag weer bij ‘Mama thuis’ zou zijn. En zowaar, hij leek het zelfs te snappen! En hoe. Zijn ogen werden groot en zijn protest was minstens net zo groot. Hij had dan ook net een weekje achter de rug waarin hij al wat meer weggeweest was dan anders. Hij had er duidelijk nog geen zin in.

“NEEEE, wilt niet WEG.GAAN. Wilt mama thuis zijn. Papa eigen bed heeeee??” roept hij. “Nee” zeg ik, “Papa brengt je niet naar je eigen bed. Oma doet dat maandag. Twee nachtjes. Daaarna….” Ik praat nog even door om te vertellen wat er gebeuren gaat. Zijn smoeltje betrekt en zijn brillenglazen beslaan.

“Huilen...” fluistert hij. “Ja…” fluister ik terug. “Mama ziet het. Je mag wel even huilen. Kom maar.” en ik draai de auto op een parkeerplaats. "Mama... Jesse drietig hé." In stilte zit hij te slikken en te knipperen. Waar er anders altijd veel bombarie gepaard gaat met zijn protesten, is het geheel anders wanneer hij werkelijk verdrietig is. Dan wordt hij juist heel stil. Hij wil zijn verdriet niet toelaten en blijft vechten om zich groot te houden. Het enige wat ik (inmiddels) mag doen is hem op schoot zetten en zijn handjes kriebelen. Het helpt hem als ik zijn gevoelens verwoord, erken en fysiek dichtbij ben. Het liefst zou ik hem overladen met mijn knuffels, maar dat is niet zijn manier. Hij heeft er genoeg aan dat ik beschikbaar ben, met ingetogen aanrakingen.

Ik maak me weer los uit de gedachte aan zijn verdriet. Maar toch voel ik me schuldig. Wat kan ik nog doen om hem even te verwennen? Even ons mama-Jesse-momentje te pakken… Het kan niet heel groot zijn. Maar ik weet al iets heel kleins wat enorm groot is. Ik draai me weer naar hem om. “Jesse?” Hij kijkt meteen. “Heb jij zinnnn….” Ik wacht bewust even tot ik zijn aandacht heb en het doordringt dat ik iets leuks ga zeggen. Zijn ogen worden groot en verwachtingsvol. “JAHH…!!” zegt hij. Ik zie dat zijn knietjes ritmisch beginnen te bewegen in topsnelheid. Hij voelt de spanning oplopen. Iets LEUKS! Ik ga verder en zeg “Heb jij zin innnn…. Een hamburger??” Wat er dan volgt is mijn grootste traktatie. Hij richt zijn ogen eerst naar rechts omhoog en (beelddenker dattie is) ziet de hamburger al voor zich. Zodra die in beeld is, ontstaat er een scheef lachje… zijn ogen kijken mij weer aan en dan volgt er een “Ooooeeehhhh!!!! JOEPIE!!!!! JOEPIE JOEPIE JOEPIE!!!!” met zijn armen in de lucht. Het is feest in onze auto en ik rijd naar de mac donalds. “Alleen een burger, he Jesse! Geen patat en andere dingen.” waarschuw ik, voordat hij het in zijn hoofd haalt. Hij kijkt mij aan met ondeugende ogen en probeert met zijn charmes toch nog wat patat te ontfutselen. Maar deze keer houd ik mijn poot stijf. Een beetje verwennen mag. Maar ik hoef me geen zorgen te maken dat hij komende week niks zal krijgen. Integendeel. Ze zijn allemaal zo gek met Jesse, dat ze hem altijd alles geven waar hij dol op is. Het is vooral mijn eigen gevoel dat me parten speelt en wat ik nu wil ‘afkopen’. Maar het kan me niet schelen. Ik doe het gewoon. Want het troost mezelf vooral ook zo.

Gretig pakt hij de hamburger van me aan, waardoor er een paar uitjes op zijn broek vallen. Hij heeft het niet door en neemt een mega hap. “Rustig eten hé Jesse!!” waarschuw ik nog maar eens. Dop schrokop hoort al niks meer. Het enige wat ik nog hoor is gesmak. En gesmikkel. Iets wat maar heel weinig mensen mogen, in mijn omgeving.  En dat zijn kleine kinderen. En Jesse. :)



Reacties

Populaire posts van deze blog

Wat is Williams- Beuren Syndroom?

Er zijn veel mensen die vragen wat Jesse nou heeft, en waar je aan merkt dat hij gehandicapt is. Hier en daar heb ik het wel eens tussen de regels van m'n blogs door genoemd, alleen heb ik er nooit echt aandacht aan besteed. Daarom schrijf ik nu deze blog, met daarin de aandachtspunten waar wij specifiek tegenaan lopen met Jesse, zodat je een beetje een beter beeld kunt vormen van wat het (voor ons) inhoudt. Het is namelijk ook per williams kind nog heel verschillend hoe de dingen zich uiten. Hartafwijking Op 05-08-2013 is ons zoontje Jesse geboren. Jesse heeft ook nog een ouder zusje; Sarah , van 22-11-11 . Nadat Jesse geboren is heeft hij héél erg véél gehuild. We zijn met hem naar het ziekenhuis gegaan omdat we ervan overtuigd waren dat er iets met hem moest zijn. We hoorden namelijk zelfs zijn hartje kloppen, net zo hard als zijn ademhaling. Toen hij 10 weken oud was, is hij inderdaad in het UMCG beland, met een zeer ernstige hartafwijking. Zijn hart en zijn longslagaders

Overstuur Overspannen Overmacht ... Het houdt niet over.

  Ik rommel in mijn portemonnee om te zoeken naar kleingeld, terwijl ik Jesse bij zijn capuchon vasthoud. Warempel, ik vis nog een paar muntjes uit een vakje. Precies genoeg voor het lawaai apparaat. Samen met hem loop ik naar de kassa, waar ik hem de kleverige centjes laat overhandigen. Zij wisselt ze om voor een 0,50 eurocent en Jesse rent al met zijn lange benen naar het autootje. Zijn fijne motoriek is duidelijk geoefend op school, want het neemt maar twee pogingen in beslag voor het muntje door de gleuf valt. Ik juich voor hem. Hij glundert. Maar nog voor hij het beseffen kan, begint het lawaai autootje te bewegen. Ik lach en hijs hem in het zitje. Zijn gespannen bekkie spreekt boekdelen. Gemengde gevoelens van spanning en vreugde wisselen elkaar af in milliseconden, maar gelukkig overheerst de vreugde. Na een halve minuut kijk ik in een stralende grijns, zoals ik hem ken. Jesse ten voeten uit. Hoe ziet hij mij? Tijdens het wachten film ik zijn reactie tijdens het ritje. Hij bele

The great escape

Aan het geschuifel kan ik horen wie er aan komt. En door het slepende geluid van de kruk weet ik het zeker. Het is mijn overbuurvrouw op plekje 36 van ons veldje. Hijgend hoor ik haar nog op de gang, even een pauze nemend en ik bedenk me geen seconde. Ik grijp mijn spullen en schiet een hokje in waar je een privé wastafel hebt. Net op tijd, want op de gang komt mevrouw-lang-van-draad alweer in beweging. Een kuch en een roggel en ze is er. Ze neemt plaats in het enige overgebleven hokje naast mij, zoals ze dat altijd doet. Maar deze keer zonder mij tegen te komen. Ik zucht voorzichtig. Waarom ben ik zo ontwijkend? Ik kijk mezelf aan in de spiegel. Meestal ben ik juist sociaal en vind ik een praatje maken juist wel leuk. Vooral wanneer ik zie dat het een ander goed doet. Maar deze vrouw heeft problemen. Teveel problemen. Ik wil het even niet meer horen. En ik wil niet nog meer tijd van mijn vakantie weggeven aan een ander. Ik loop zelf al over en kan nog maar net mijn eigen hoofd boven w